Arizona ondergaat een dramatische economische verschuiving, die voorbij zijn traditionele ‘vijf C’s’ (katoen, vee, citrus, koper en klimaat) gaat naar een nieuwe dominante industrie: de productie van halfgeleiders. Het gebied rond Groot-Phoenix wordt snel een knooppunt voor chipfabrieken, waarbij ontwikkelaars al woon- en industriezones plannen om de verwachte toestroom van werknemers op te vangen. Deze stijging wordt veroorzaakt door zowel zorgen over de nationale veiligheid als de wens om het mondiale leiderschap in de AI-wapenwedloop te heroveren.
De opkomst van de zesde “C”
De economische ontwikkelingsfunctionarissen van de staat beschouwen halfgeleiders al als de zesde pijler van de economie van Arizona, zelfs terwijl oudere industrieën zoals de landbouw worstelen met de afnemende watervoorziening. Ironisch genoeg verbruiken deze zelfde chipfabrieken enorme hoeveelheden water, wat aanleiding geeft tot zorgen over de duurzaamheid in een woestijnomgeving.
De omvang van de investeringen is onthutsend. Arizona heeft de afgelopen vijf jaar alleen al ruim 200 miljard dollar aan halfgeleiderfinanciering aangetrokken, waarbij grote spelers als Taiwan Semiconductor Manufacturing Company (TSMC) en Intel zich hebben gecommitteerd aan de productie van chips van de volgende generatie. Deze toestroom wordt aangewakkerd door de Amerikaanse CHIPS and Science Act, die 52,7 miljard dollar aan binnenlandse productiesubsidies toestond.
De donkere kant van de hausse
Terwijl wetgevers en leiders uit de industrie een renaissance van de productie beloven, blijft er scepsis bestaan onder lokale bewoners en werknemers. De haast om fabrieken te bouwen roept vragen op over de kwaliteit van het werk, de veiligheid van werknemers en de gevolgen voor het milieu. De zorgen concentreren zich op de vraag of bedrijven lokaal personeel zullen inhuren, bewoners zullen beschermen tegen blootstelling aan chemicaliën en het water- en energieverbruik op verantwoorde wijze zullen beheren.
Een tegenconferentie, ‘The Dark Side of the Chip’, georganiseerd door de coalitie Chips Communities United (CCU), benadrukt deze angsten. Deelnemers beweren dat de industrie werknemers behandelt als “gênante en tijdelijke vervangers voor iets dat ze nog niet kunnen automatiseren”, met een afhankelijkheid van H-1B-visa en slopende arbeidsomstandigheden die een afspiegeling zijn van die in Taiwan.
Erfenis van besmetting
De geschiedenis van de halfgeleiderproductie wordt ook gekenmerkt door milieuschade. Silicon Valley blijft bezaaid met Superfund-locaties – giftige gebieden die op lange termijn moeten worden opgeruimd. Arizona heeft al zo’n terrein, achtergelaten door Motorola, dat zich ruim elf kilometer uitstrekt en vervuild is met kankerverwekkende stoffen als benzeen en arseen. Het potentieel voor soortgelijke besmetting doemt op naarmate nieuwe fabrieken online komen.
De inzet is hoog
De toekomst van de Amerikaanse halfgeleiderproductie hangt af van het succes van Arizona. Wetgevers, marktleiders en werknemers staan voor een kritiek moment. Kan de staat economische groei in evenwicht brengen met ecologische duurzaamheid, werknemersbescherming en gemeenschapswelzijn? De uitkomst zal bepalen of deze nieuwe ‘Silicon Valley’ een model wordt voor verantwoorde innovatie of een ander waarschuwend verhaal.
De race om de dominantie in de chipproductie te heroveren is begonnen, maar de werkelijke prijs van de overwinning valt nog te bezien.


































